Persbericht 19 februari Rotterdam/Groningen

 
Zwelklei-onderzoek naar de schade door verzakkingen en aardbevingen in Groningen en Friesland

Groundcontrol heeft op eigen initiatief onderzoek gedaan naar de Groningse en Friese jonge klei, ook wel knikklei of knipklei genoemd. Deze klei is een voor Nederlandse begrippen bijzondere klei die in zich in bijna alle eigenschappen onderscheidt van andere in Nederland bekende kleien. In het veld en in boringen kan worden gezien dat deze klei zeer sterk krimpt bij uitdroging en zwelt bij wateropname. Naar de mate van volumeafname door krimpen van de klei loopt is het onderzoek van Groundcontrol nog niet afgerond.

Met het ontbreken van structuur, het bijna kalkloos zijn en een lutum-gehalte dat zeer hoog is (hoog percentage kleideeltjes), toont deze klei een hoge plasticiteitindex.
Deze eigenschappen wijzen op een zwelklei. Testen met behulp van methyleen blauw en vrije zweltesten tonen aan dat het hier gaat om een echte zwelklei. Een vrije zwel van 30-60% en de classificatie van alle monsters in het bereik van actieve tot zeer actieve bodem ondersteunen deze gegevens. Ontwateringanalyses tonen de aanwezigheid aan van montmorilloniet, het zwelkleimineraal bij uitstek met sterke zwelpotentie. De zwelklei toont grote verschillen met klei onder en boven de laag.

Alle door Groundcontrol onderzochte panden met schade waren in zwelklei gefundeerd. In geen van de boringen is een pakket veen van vermeldenswaardige dikte aangetroffen. Er is wel stijging geconstateerd in het veld, zowel in schadepatronen als in testen met tiltsensoren. Door bewoners en andere onderzoeksbureaus werd eveneens gewezen op bodemstijging.

Uit buitenlands onderzoek is duidelijk te onderkennen dat dergelijke zwelkleien (bij een volumetoename van slechts 3%) kunnen leiden tot schade aan gebouwen en wegen. Vooral de cyclus van krimp en vervolgens zwel, met hierbij verzakking en vervolgens stijging, kan volgens Groundcontrol onterecht de indruk wekken van een slechts geringe bodemdaling.

Er is op de onderzochte locaties geen directe relatie geconstateerd tussen bodemdaling door de gaswinning en de verzakking/stijgingen door zwelkleien. Er wordt door Groundcontrol wel een relatie gedacht tussen het optreden van schade aan panden die onder druk (spanning) staan door processen in zwelkleien en aardbevingen ten gevolge van de aardgaswinning. Deze panden lopen eerder kans op schade bij aardbevingen dan panden gefundeerd op zand die niet onder spanning staan.

Het gedrag van zwelkleien wordt bepaald door de waterhuishouding. Droogte en waterpeilverlaging zijn hierbij de belangrijkste factoren. Het is bekend dat de waterhuishouding met name het grondwaterpeil in zwelkleigebieden zo constant mogelijk moet worden gehouden.
Het is gemakkelijk de processen in zwelkleien te onderscheiden van processen als bodemdaling door gaswinning. Hiervoor heeft Groundcontrol met haar partners een gemakkelijk uitvoerbare methode bedacht, welke in een onderzoeksvoorstel met gerenommeerde partners zal worden gepresenteerd. Voor het onderscheiden van verschillende bodembewegingen door achtereenvolgende krimp en zwel van de zwelkleien zijn de huidige meetmethoden (bijvoorbeeld 1 of 2 waterpassingen per jaar) niet toereikend. Het meten van zweldrukken in het laboratorium en correlatie met de gegevens in het veld is op dit moment nog erg moeilijk. Toereikende methoden worden ontwikkeld. Met tiltsensoren lijkt het mogelijk om een uitspraak te kunnen doen over bewegingen van de zwelkleilaag (onder belasting) in het veld.

Het is niet duidelijk waarom in het noorden van het land nooit zogenaamde scheurstrookjes zijn gebruikt bij het registreren van schade en het koppelen van de schade aan gebeurtenissen als geologische processen in de ondiepe ondergrond en aardbevingen ten gevolge van de gaswinning. Met behulp van de inzet van scheurstrookjes kan schaderegistratie en schaderegeling worden vergemakkelijkt.

Aanbevolen wordt om uitgebreid onderzoek te doen naar zwelkleien. Naast zwel en krimp onder variërende omstandigheden, zou vooral gekeken moeten worden naar de waterhuishouding en met name verlaging van het grondwaterpeil in zwelkleigebieden. Een opsomming van een aantal relevante onderzoeksgebieden is te lezen in het rapport van Groundcontrol en op de website (www.ground-control.nl). Op deze website zullen eveneens onderzoeksresultaten worden gepresenteerd van lopende onderzoeken en voorlichting over bodemdaling.

Aanbevolen wordt om met name de voorlichting met betrekking tot bodemdaling ten gevolge van de gaswinning alsmede ten gevolge van ondiepe geologische processen te verbeteren. Hierbij kan gedacht worden aan het tonen van het onderscheid tussen de verschillende mechanismen en het inzetten van monitoringsapparatuur en scheurstrookjes, die kunnen laten zien welk mechanisme in een bepaald gebied de oorzaak is van schade aan panden.

Tenslotte wordt er gepleit voor het snel starten van grootschalig onderzoek naar zwel en krimp van deze bijzondere Groningse en Friese klei. Het zou betreurenswaardig zijn wanneer Nederland op een gebied dat als speerpunt geldt in de Nederlandse kennis-economie - de waterhuishouding in een gebied dat deels onder de zeespiegel ligt - een achterstand oploopt. Te denken valt aan financiering uit geld dat geparkeerd staat in de bodemdalingspot van de provincie Groningen. Ook kan worden gedacht aan gelden uit de aardgasbaten die juist worden gebruikt om de speerpunten in de kenniseconomie te stimuleren. Wij hopen dat dit rapport van Groundcontrol dat is samengesteld met behulp van ingenieurs-geologen, structureel geologen en geochemici -experts op dit gebied - hiertoe een eerste bijdrage kan leveren.

Peter van der Gaag
Abdoulaye Dieme
Rick Reinke
Nella Sapulette,

met dank aan allen die aan ons onderzoek hebben meegewerkt,
Groundcontrol, 19 februari 2004, Groningen/Rotterdam